De provincie Limburg gebruikt cookies om jouw surfervaring op deze website gemakkelijker te maken.

Strikt noodzakelijke cookies
Deze cookies zijn strikt noodzakelijk om in de site te navigeren, of om te voorzien in door jou aangevraagde faciliteiten.
Functionaliteitscookies
Deze cookies verbeteren van de functionaliteit van de website door het opslaan van jouw voorkeuren.
Prestatiecookies
Deze cookies helpen om de prestaties van de website te verbeteren, waardoor een betere gebruikerservaring ontstaat.
Online surfgedrag gebaseerde reclame cookies
Deze cookies worden gebruikt om op de gebruiker op maat gemaakte reclame en andere informatie te tonen.

Reglement betreffende het verlenen van investeringssubsidies voor het toeristisch fietsroutenetwerk

Laatst aangepast donderdag, 15 juni 2023, 09.56 u.

Gelet op volgende doelstellingen, actieplan en actie van het provinciale beleid 2020-2025:

  • beleidsdoelstelling BD000001: Limburg economisch doorontwikkelen door positieve economische verbanden, innovatie, onderzoek en talentontwikkeling te stimuleren
  • actieplan AP000003: Consolideren van koppositie in belevenis- en betekenistoerisme voor dichtbijvakantie
  • actie AC000019: Kwaliteitsborging van het toeristische fietsroutenetwerk als gedeelde ambitie met gemeenten realiseren;

Gelet op het provinciale subsidiereglement "Reglement betreffende het verlenen van investeringssubsidies voor het toeristisch fietsroutenetwerk" van 19 maart 2014, gewijzigd op 20 mei 2015;

Gelet op het Limburgse Gastenplan 2020-2025 van Toerisme Limburg vzw;

Gelet op de missie over het toeristisch fietsroutenetwerk: in het beheer, het onderhoud en de productontwikkeling van het toeristisch fietsroutenetwerk streven we samen met partners uit de openbare en de private sector (zoals lokale besturen, regionale landschappen, maatwerkbedrijven, (toeristische) ondernemers en vrijwilligers) een hoog ambitieniveau na waardoor het Limburgse fietsroutenetwerk een internationale voorbeeldfunctie heeft, een pioniersrol vervult op het gebied van innovatie en ondernemerschap en een hefboom voor economische ontwikkeling is;

Overwegende

dat het toeristisch fietsroutenetwerk (TFRNW) één van de sterke toeristische producten van Limburg is;

dat het toeristische fietsroutenetwerk een duurzame verbinding tussen de 42 Limburgse gemeenten en de Limburgse toeristische troeven zoals natuur, landschap, archeologisch, historisch en industrieel erfgoed, platteland en stedelijk gebied, ... vormt;

dat het toeristische fietsroutenetwerk zorgt voor een unieke setting, met name dat binnen een beperkt geografisch gebied een uiteenlopende toeristische beleving duurzaam ontsloten en bereikbaar is;

dat het toeristische fietsroutenetwerk de basis vormt voor de profilering van Limburg als de meest attractieve fietsprovincie in België en de Euregio;

Overwegende dat het toeristisch fietsroutenetwerk Limburg een netwerk is van 1.907,9 km fietspaden over alle Limburgse gemeenten;

Overwegende

dat in 2022, volgens metingen van het provinciaal monitoringsysteem, meer dan 3,9 miljoen fietsers van het fietsroutenetwerk hebben gebruikgemaakt;

dat uit de metingen blijkt dat het aantal recreatieve fietsers een jaarlijkse stijging kent en dat ook Limburgers frequent gebruik maken van het toeristisch fietsroutenetwerk;

dat deze stijging past in de toeristische marktvraag voor een veilige, duurzame en gezonde dichtbijvakantie;

Overwegende

dat het toeristische fietsroutenetwerk Limburg als toeristisch product een economische impact heeft;

dat uit onderzoek van Toerisme Limburg vzw (onderzoek 2016, bedragen geïndexeerd 2021) blijkt dat:

  • naar schatting 55 % van de recreatieve gebruikers van het fietsroutenetwerk uit toeristen bestaan (14 % verblijfstoeristen en 41 % fietsdagtoeristen) en 45 % gebruikers uit de lokale/regionale omgeving zijn
  • 88 % van de fietsers tijdens hun fietstocht ergens stoppen en 81 % van deze groep stopt om iets te eten of te drinken
  • een gemiddelde "fietsverblijfstoerist" ongeveer 92,98 euro per persoon per overnachting besteedt
  • een gemiddelde "fietsdagtoerist" ongeveer 23,75 euro per persoon per dag besteedt
  • een gemiddelde "fietstochtenmaker" ongeveer 16,42 euro per persoon per dag besteedt;
  • dat het toeristische fietsroutenetwerk aldus een ondernemingscontext creëert voor vele fietscafés en -logies;

Overwegende

dat de provincie Limburg, samen met de gemeenten, sinds 1995 intensief heeft geïnvesteerd in het comfort, de kwaliteit, beleving en veiligheid van het netwerk;

dat om de toonaangevende positie als fietsprovincie in Vlaanderen en de Euregio en de economische meerwaarde te behouden en te versterken, het cruciaal is dat verder wordt ingezet op upscaling van comfort, kwaliteit, beleving en veiligheid;

dat met Fietsen door het water, Fietsen door de bomen en Fietsen door de heide, de provincie Limburg heeft geïnvesteerd in een unieke premiumbeleving;

dat de provincie Limburg investeert in bijkomende beleving via de projecten Fietsen onder de grond en Fietsen door Terhills;

dat met het Fruitspoor wordt gezorgd voor een bijkomende premium belevingslaag bovenop het bestaande toeristische fietsroutenetwerk Limburg;

Overwegende dat het partnerschap tussen de provincie Limburg en de gemeenten vastgelegd is in het charter over de kwaliteit van het toeristisch fietsroutenetwerk;

Overwegende dat de provincie Limburg het partnerschap met de gemeenten wil continueren door een provinciaal impulsbeleid gericht op comfort, kwaliteit, beleving en veiligheid;

Overwegende dat het om volgende redenen aangewezen is om over te gaan tot de wijziging en nieuwe vaststelling van het subsidiereglement betreffende het verlenen van investeringssubsidies voor het toeristisch fietsroutenetwerk:

  • een gewijzigd inzicht in de aanleg en het onderhoud van fietspaden, vertaald naar volgende publicaties;
    • "Vademecum Fietsvoorzieningen (versie juli 2022)" van de Vlaamse overheid, Departement Mobiliteit en Openbare Werken en eventuele latere wijzigingen
    • het standaardbestek 250 (versie 4.1.) voor de Wegenbouw en eventuele latere wijzigingen, uitgegeven door het Agentschap Wegen en Verkeer van de Vlaamse Overheid
  • een optimalisatie van het reglement door aanpassingen met betrekking tot de leesbaarheid en inhoudelijke verduidelijkingen
  • de acties in het kader van het project "Plan voor belevingsvolle rustplekken naast het toeristisch fietsroutenetwerk (Limburg Schakelt)" nopen tot een inhoudelijke aanpassing van het hoofdstuk over investeringen ter verbetering van de beleving en ten behoeve van de leesbaarheid worden de bepalingen over deze belevingsinvesteringen verwerkt in een nieuw afzonderlijk reglement;

Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige subsidies;

Gelet op het besluit van de provincieraad van 24 oktober 2012 betreffende de controle op de toekenning en de aanwending van subsidies en de normen voor reservevorming;

Gelet op het besluit van de provincieraad van 20 maart 1996 betreffende de herkenbaarheid van het provinciebestuur in provinciale subsidiereglementen;

Gelet op de budgetsleutel 2023/664000/2/0521 in de financiële meerjarenplanning 2020-2025 "Toegestane investeringssubsidies/Toerisme - Sectorondersteuning";

Gelet op artikel 42 van het provinciedecreet;

Besluit

I Voorwerp van het subsidiereglement 

Artikel 1: doel, doelgroep en rubrieken

Binnen de perken van het jaarlijks vastgestelde budget kan de deputatie een subsidie verlenen aan Limburgse (B) gemeenten voor werken inzake de aanleg van en/of de heraanleg, de herstelling en het onderhoud van het toeristisch fietsroutenetwerk van de provincie Limburg.

Artikel 2: verklaring termen of begrippen

Toeristisch fietsroutenetwerk (TFRNW) Limburg: een netwerk van verschillende recreatieve fietsroutes die via knooppunten met elkaar verbonden zijn, gelegen in de provincie Limburg. Met behulp van een kaart van het fietsroutenetwerk kan de fietser een eigen fietstocht samenstellen door van knooppunt naar knooppunt een route te plannen.

Charter toeristisch fietsroutenetwerk: de afspraken tussen de provincie Limburg, de Limburgse gemeenten en Toerisme Limburg vzw inzake het eerste- en tweedelijnsonderhoud van het toeristisch fietsroutenetwerk worden vastgelegd in het charter over het toeristisch fietsroutenetwerk Limburg.

ABC-principe: ABC staat voor Autovrij, Belevingsvol en Comfortabel, gebundeld vormen zij het basisprincipe waaraan veilige fietspaden moeten voldoen.

Routebureau: het Routebureau van de Directie Ondernemen van de provincie Limburg coördineert het toeristisch fietsroutenetwerk Limburg op het vlak van onderhoud, beheer, monitoring van het gebruik, ... en functioneert als subsidieloket voor dit reglement.

Vademecum Fietsvoorzieningen (en eventuele latere wijzigingen): de gebundelde richtlijnen voor het ontwerp van fietspaden, de plaatsing van signalisatie en het onderhoud van de fietsinfrastructuur, opgesteld door het Agentschap Wegen en Verkeer van de Vlaamse Overheid.

Fietspad: het gedeelte van de openbare weg dat langs een rijbaan gelegen is en dat tot doel heeft verplaatsingen met de fiets, bromfiets (klasse A) of speedpedelec (in geval dit toegestaan is d.m.v. het correcte verkeersbord) op een veilige, comfortabele en eenduidige manier te laten verlopen. Het fietspad kan aanliggend of vrijliggend van de rijbaan liggen.

Fietsweg: een openbare weg voorbehouden voor het verkeer van fietsers, en indien gewenst voetgangers en ruiters: een in eigen bedding aangelegd tracé, geheel onafhankelijk van het tracé van een verkeersweg met tweerichtingsfietsverkeer (bv. fietsweg op verlaten spoorwegbeddingen, jaagpad,…).

Landelijke autoluwe wegen: weg buiten de bebouwde kom met een maximale breedte van 4 meter met als hoofdfunctie toegang geven tot de aanpalende percelen en het ontsluiten van het buitengebied voor recreatief fietsverkeer. Er worden maatregelen genomen om het gemotoriseerd verkeer te beperken ten voordele van aangelanden, landbouwvoertuigen en fietsers.

Aanleg: de werken die betrekking hebben op het creëren van wegenis op een locatie waar nog geen (fiets)infrastructuur aanwezig is.

Heraanleg: de werken die betrekking hebben op de volledige afbraak en de daaropvolgende heropbouw van de wegenis in de bestaande bedding al dan niet verengd of verbreed.

Wegbeheerder: de overheid die belast is met het feitelijke wegbeheer van een weg of wegvak.

II Voorwaarden voor subsidietoekenning 

Artikel 3: voorwaarden waaraan de aanvrager moet voldoen

Om in aanmerking te komen voor een subsidie moet de aanvrager aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • de aanvrager moet een Limburgse (B) gemeente of een verzelfstandigde agentschap van een gemeente zijn
  • de aanvrager moet zich engageren om de afspraken zoals opgenomen in het charter toeristisch fietsroutenetwerk na te leven: gemeenten die het charter niet hebben ondertekend of die verzaken aan de afspraken uit het charter, komen niet in aanmerking voor de toekenning van een investeringssubsidie.
  • de aanvrager moet in voorkomend geval de toestemming van de betrokken eigenaar(s) voor de projectrealisatie hebben verkregen
  • de aanvrager moet voldoen aan alle verplichtingen die voortvloeien uit eerdere toekenningen van gelijkaardige of andere subsidies van de provincie Limburg.

Artikel 4: voorwaarden waaraan het investeringsproject inhoudelijk moet voldoen

Om in aanmerking te komen voor een subsidie moet het investeringsproject aan de volgende voorwaarden voldoen:

Algemene voorwaarden:

  • het project moet betrekking hebben op de aanleg, de heraanleg, de herstelling of het onderhoud van het toeristisch fietsroutenetwerk Limburg en de goedgekeurde wijzigingen van bestaande tracés
  • indien het project vergunningsplichtig is moet het voor de start van de werken vergund zijn.

Technische voorwaarden:

Het project moet uitgevoerd worden volgens de technische vereisten van het Vademecum Fietsvoorzieningen, en eventuele latere wijzigingen, van de Vlaamse overheid, Departement Mobiliteit en Openbare Werken en het standaard bestek 250 voor de wegenbouw, versie 4.1 en eventuele latere wijzigingen.

Een afwijking op de vereisten van het Vademecum kan enkel als hierdoor de beleving van de fietser wordt verhoogd. De aanvrager moet dit voldoende onderbouwd toelichten in het dossier dat voor voorafgaand advies wordt ingediend.

Aansluitend hierop

Volgende werken komen in aanmerking voor een subsidiëring:

  • werken die onbetwistbaar noodzakelijk zijn voor de aanleg van vrijliggende fietspaden en fietswegen
  • werken die nodig zijn voor de heraanleg, de herstelling en het onderhoud van vrijliggende en aanliggende fietspaden en fietswegen. Het betreft de werken zoals beschreven in het standaard bestek 250 voor de wegenbouw, versie 4.1 en eventuele latere wijzigingen
  • werken inzake de aanleg of de verbetering van de toplaag op het wegdek op landelijke autoluwe wegen, minder dan 4 meter breed en buiten de bebouwde kom, op voorwaarde dat de gemeente tegelijkertijd ook maatregelen neemt om het doorgaand verkeer te beperken.

Ter verduidelijking: volgende werken zijn inherent aan de fietsinfrastructuur en komen in aanmerking voor een subsidiëring:

  • de voorbereidende werken, de opbraakwerken en de grondwerken aan de bermlichamen waarin de fietsinfrastructuur wordt aangelegd, in voorkomend geval met inbegrip van het bouwkundig verbeteren van de ondergrond, met uitsluiting van eventuele meerkosten verbonden aan een bodemsanering
  • de aanleg en de uitrusting van de fietsinfrastructuur: onderfundering, fundering, verharding en signalisatie
  • de afdekking van de strook tussen de fietsinfrastructuur en de rijbaan, inclusief de verharding, de levering en de aanplanting van het groen en de levering en plaatsing van noodzakelijke scheidende veiligheidselementen in deze strook
  • de herstelling van de strook gelegen tussen de fietsinfrastructuur en de rooilijn, met uitzondering van bomen en struiken
  • de constructie van kantopsluitingen, de straatgoten en de straatkolken in de straatgoten inbegrepen
  • voor zover het door de aanleg of de verbetering van de fietsinfrastructuur noodzakelijk is: het aanpassen, verplaatsen of nieuw aanleggen van een waterafvoersysteem voor hemelwater. Dat waterafvoersysteem kan bestaan uit: bermsloten (inbegrepen de duikers in de bermsloten), draineersleuven of RWA-rioolleidingen, met inbegrip van toebehoren. In het geval van een nieuw aan te leggen RWA-rioolleiding, die water afvoert van de fietsinfrastructuur en de rijbaan en/of de aangelanden, kan slechts het deel van de kosten, naar rata van het aandeel van het hemelwater dat van de fietsinfrastructuur afstroomt, in aanmerking komen voor ondersteuning
  • het vernieuwen of het aanpassen van de DWA-riolering is niet subsidiabel, behalve het op de juiste hoogte brengen van de bovenbouw van bestaande inspectieputten in de verharding van de fietsinfrastructuur en het leveren en plaatsen van geschikte riooldeksels
  • het verlengen van dwarse duikers of onderbruggingen onder de fietsinfrastructuur
  • infrastructuur langs, over of onder wegen en onbevaarbare waterlopen die niet vallen onder het beheer van het Vlaamse Gewest
  • het aanbrengen van de bovenlaag van de fietssuggestiestrook, over een beperkte lengte en enkel als een veilige overgang van het toeristisch fietspad naar gemengd verkeer en als projectonderdeel van de aanleg van een volwaardige toeristische fietsinfrastructuur
  • het aanpassen van de kruispunten, door de inplanting van de fietsinfrastructuur, ter hoogte van uitmondende zijstraten. Dit betreft het herleggen van de verharding of het op hoogte brengen van de verharding ter hoogte van de kruispunten.
  • de aanleg en het uitrusten, waar nodig, van gelijkvloerse fietsoversteekplaatsen inclusief het aanpassen van het wegdek tot maximum 4m voor en 4m na de oversteekplaats
  • btw tenzij deze recupereerbaar is.

Bovenvermelde opsommingen zijn niet limitatief.

De volgende kosten en werken komen uitdrukkelijk niet in aanmerking voor subsidiëring:

  • de honoraria, studiekosten en toezichtkosten
  • de proefkosten
  • de kosten met betrekking tot grondverwervingen
  • de btw indien ze recupereerbaar is
  • de verplaatsing van nutsleidingen
  • de reiniging en/of het storten van bodem als gevolg van eventuele verontreiniging van de aanwezige bodem
  • de afvoer van teerhoudende asfalt, stortkosten, kosten voor chemische reiniging en alle bijhorende milieuheffingen en andere heffingen
  • het reguliere onderhoud van signalisatie en markeringen
  • riolering die gesubsidieerd worden door het gewest en/of andere instanties
  • werken uitgevoerd door eigen personeel van de aanvrager
  • het onderhoud van groenaanleg
  • de plaatsing van wortelwering
  • de herstelling van bomen en struiken op de strook gelegen tussen de fietsinfrastructuur en de rooilijn
  • werf- en omleidingssignalisatie tijdens de uitvoering van de werken
  • de aankoop en de plaatsing van beschermingsmiddelen zoals paaltjes, hekken en tractorsluizen die dienen om oneigenlijk gebruik van de fietsinfrastructuur te voorkomen
  • aanpassingen aan het wegdek en andere werken verder dan 4m voor en 4m na een gelijkvloerse fietsoversteekplaats
  • het voorzien van functionele verlichting van wegen voorbehouden voor fietsverkeer
  • de aanleg van nieuwe stoepen
  • de aanleg en de inrichting van bushaltes
  • de aanleg, het onderhoud en de herstelling van fietsstraten.

Financiële voorwaarden

Het project moet financieel aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • het project mag nooit voor meer dan 90% gesubsidieerd worden
  • de subsidie is niet cumuleerbaar met subsidies uit het Fietsfonds.

III Indiening cvan de subsidieaanvraag 

Artikel 5: principe van de procedure

De procedure van een subsidieaanvraag bestaat verplicht uit twee stappen: een fase waarin voorafgaand advies wordt gevraagd over de plannen aan de hand van een ontwerpdossier en een fase van de effectieve subsidieaanvraag en de beslissing over een al dan niet (gedeeltelijke) toekenning.

Het voorafgaand advies moet aangevraagd worden vooraleer de procedure over de aanbesteding van de werken opgestart werd of -in het geval van een bestelling in het kader van een raamovereenkomst- vooraleer de werken besteld zijn.

De subsidieaanvraag moet ingediend worden ten laatste 30 dagen na de beslissing over de gunning of de bestelling.

Artikel 6: aanvraag tot voorafgaand advies

Voorafgaand aan de goedkeuring van het bestek of de offertevraag of, in het geval van een opdracht binnen een raamovereenkomst, voorafgaand aan de principiële beslissing door het schepencollege of de gemeenteraad, moet een aanvraag voor voorafgaand advies ingediend worden.

Deze adviesvraag moet gebeuren door volgende documenten in te dienen op het in artikel 8 vermelde adres.

Een volledig ingevuld, gedateerd en ondertekend aanvraagformulier type "Pre-advies investeringssubsidies TFRNW" met situering van het project op het toeristisch fietsroutenetwerk Limburg, een projectbeschrijving en volgende bijlagen:

  • als het project betrekking heeft op aanleg:
    • een voorontwerp van de aan te leggen fietsvoorziening waarop minimaal aangeduid is of minimaal in opgenomen is:
      • de breedte en de lengte van de fietsvoorziening
      • de afmetingen van eventuele tussenstroken
      • de schuwafstanden t.o.v. obstakels (hagen, muurtjes, verlichtingspalen, …)
      • een schets van het typedwarsprofiel van de aan te leggen infrastructuur
      • een schets van het typedwarsprofiel van eventueel aan te leggen oversteekplaatsen
    • een duidelijke kostenraming voor het volledige project met een gedetailleerde meetstaat voor de subsidieerbare werken, deze moet digitaal als bewerkbare excel-tabel aangeleverd worden
  • als het project betrekking heeft op heraanleg, herstelling en onderhoud:
    • een gedetailleerde beschrijving van de voorziene werken, aangeduid op plan
    • een duidelijke kostenraming voor het volledige project met een gedetailleerde meetstaat voor de subsidieerbare werken, deze moet digitaal als bewerkbare excel-tabel aangeleverd worden.

Op basis van dit voorontwerpdossier verleent het Routebureau van de Directie Ondernemen binnen 30 dagen, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van de adviesvraag of in voorkomend geval vanaf de datum van ontvangst van de ontbrekende documenten/gegevens zoals hierboven beschreven, een advies aan de aanvrager. Dit advies is niet bindend maar afwijkingen op dit advies moeten bij de uiteindelijke aanvraag voldoende onderbouwd worden. Dit advies geeft geen enkele garantie op een uiteindelijke toekenning van een subsidie door de deputatie.

In dit advies zal onder meer een eerste (niet bindende) analyse gemaakt worden van de kosten die in aanmerking komen en de kosten die niet in aanmerking komen, zodat de aanvrager bij het verder verloop van zijn dossier hiermee rekening kan houden.

Na ontvangst van het advies kan de aanvrager de procedure inzake aanbesteding of bestelling van de werken opstarten.

Artikel 7: subsidieaanvraag

Volgend op het voorafgaand advies kan de aanvrager zijn effectieve aanvraag tot subsidie indienen.

Voor iedere subsidieaanvraag moeten minstens de volgende documenten uiterlijk 30 dagen na de beslissing tot gunning of bestelling van de werken in 1 exemplaar ingediend worden:

Een volledig ingevuld, gedateerd en ondertekend aanvraagformulier type "Aanvraag investeringssubsidies TFRNW" met situering van het project op het toeristisch fietsroutenetwerk Limburg, een projectbeschrijving (waarbij wordt aangegeven op welke manier in de projectuitvoering wordt ingegaan op het voorafgaande advies) en de volgende bijlagen:

  • het goedgekeurde ontwerp bestaande uit eventuele plannen en het bestek
  • een financieel overzicht met de raming en het overzicht van de gegunde kostprijs. Deze informatie moet digitaal als bewerkbare excel-tabel worden aangeleverd, hierin moet reeds via een afzonderlijk hoofdstuk/overzicht een onderscheid gemaakt worden tussen werken die in aanmerking komen voor subsidiëring en werken die niet in aanmerking komen voor subsidiëring.
  • een kopie van de offerte van de laagste regelmatige inschrijving en het aanbestedingsverslag
  • een besluit van de gemeente waaruit de goedkeuring van het ontwerp blijkt
  • een besluit van de gemeente betreffende de gunning van de opdracht
  • indien de gemeente geen eigenaar is van de grond waarop het project wordt gerealiseerd: het bewijs dat toestemming van de betrokken eigenaar(s) werd verkregen.

Artikel 8: de wijze en het adres van de indiening van de aanvraag tot voorafgaand advies en van de subsidieaanvraag

De aanvraag tot voorafgaand advies en de aanvraag tot het verkrijgen van een subsidie kunnen uitsluitend elektronisch gebeuren, stukken zoals plannen of andere documenten die niet elektronisch kunnen bezorgd worden, mogen afgegeven worden of per post bezorgd worden.

Meteen na het indienen wordt de ontvangst van iedere aanvraag bevestigd en worden het verdere verloop en eventuele bijkomende instructies meegedeeld aan de aanvrager.

De aanvragen moeten ingediend worden op volgend adres:

Routebureau – Directie Ondernemen
provincie Limburg
Universiteitslaan 1
3500 HASSELT

Tel.: 011 23 74 15
E-mail: toerisme@limburg.be  

IV Toetsing van de subsidieaanvraag 

Artikel 9: toetsing op volledigheid

De aanvraag wordt onderzocht op volledigheid.

De aanvrager die een onvolledige aanvraag indient, krijgt schriftelijk de vraag om de ontbrekende documenten alsnog in te dienen binnen de meegedeelde termijn. De aanvraag wordt slechts verder behandeld na indiening van alle ontbrekende documenten. De ontvangst van de ontbrekende documenten wordt meteen bevestigd.

Indien op de schriftelijke vraag tot vervollediging geen antwoord wordt gegeven binnen de erin vermelde termijn, wordt de aanvrager geacht definitief af te zien van zijn aanvraag tot subsidiëring.

Artikel 10: toetsing aan de voorwaarden waaraan de aanvrager moet voldoen en aan de voorwaarden waaraan het project moet voldoen.

De aanvraag wordt getoetst aan de voorwaarden zoals beschreven in artikel 3 en artikel 4 van dit reglement.

Artikel 11: toetsing op krediet

Indien de kredieten die in het budget voor dit reglement zijn ingeschreven, uitgeput zijn, komt de aanvraag voor het lopende budgetjaar niet meer in aanmerking voor toekenning. In voorkomend geval wordt in de eerste plaats rekening gehouden met de postdatum of bij onleesbaarheid de datum van ontvangst van de aanvraag en komen de aanvragen chronologisch in aanmerking.

De aanvrager zal hiervan schriftelijk op de hoogte worden gebracht.

De aanvrager zal ook worden gevraagd of hij zijn aanvraag wenst te behouden voor het volgende budgetjaar. In voorkomend geval moet geen nieuwe aanvraag worden ingediend. De toetsing van de aanvraag op volledigheid zal herhaald worden. Tevens kan gevraagd worden om de eerder ingediende documenten te actualiseren.

Indien de kredieten die in het budget voor dit reglement zijn ingeschreven, onvoldoende zijn, wordt het beschikbare budget op basis van het tijdstip van aanvraag verdeeld over de aanvragen.

Artikel 12: besluitvorming over de subsidieaanvraag

De deputatie beslist binnen een termijn van 60 kalenderdagen te rekenen vanaf de datum van ontvangst van de aanvraag, of in voorkomend geval vanaf de datum van ontvangst van de ontbrekende documenten/gegevens bedoeld in artikel 8 van dit reglement, of de aanvraag al dan niet in aanmerking komt voor een subsidie en bij een toekenning van de subsidie welk subsidiebedrag wordt toegekend.

De aanvrager zal schriftelijk in kennis gesteld worden van de beslissing.

V Berekening van het subsidiebedrag 

Artikel 13: bepaling van het subsidiebedrag

Het subsidiebedrag is afhankelijk van de aard van de wegenis van het toeristisch fietsroutenetwerk waar de werken betrekking op hebben.

Het subsidiebedrag bedraagt:

  • voor projecten betreffende de aanleg, de heraanleg, het onderhoud of de herstelling van een fietsweg of een vrijliggend fietspad: maximaal 50 % van de door de deputatie aanvaarde subsidiabele kosten
  • voor projecten betreffende de heraanleg, de herstelling of het onderhoud van een aanliggend fietspad of de verbetering van de toplaag op het wegdek op landelijke autoluwe wegen: 30 % van de door de deputatie aanvaarde subsidiabele kosten

In geval van een cumulatie van middelen mag het totale aandeel van subsidies in de projectfinanciering maximaal 90 % bedragen. Er moet dus steeds een eigen financiering door de subsidietrekker zijn van minimaal 10 % van de totale kosten.

Prijsherzieningen, eventuele verrekeningen, bijakten of bijwerken komen slechts in aanmerking voor subsidiëring tot het bedrag dat vastgesteld werd bij de principiële toekenning van de subsidie door de deputatie.

Het reglement legt geen maximum subsidiebedrag op.

Indien na toetsing en berekening de subsidie lager is dan 1.250,00 euro, zal de subsidie niet toegekend worden.

VI Betaling van het subsidiebedrag 

Artikel 14: wijze van betaling

Het toegekende subsidiebedrag wordt in twee schijven betaald.

Een eerste schijf van 50 % wordt zo spoedig mogelijk na de subsidietoekenning als terugvorderbaar voorschot betaald.

Het saldo wordt betaald nadat de voorwaarden, vermeld in artikelen 15, 16 en 17, zijn vervuld en bedraagt maximum 50 % van het oorspronkelijk toegekende subsidiebedrag.

Artikel 15: voorwaarden tot betaling van het subsidiesaldo

Binnen een termijn van 3 jaar na de subsidietoekenning en uiterlijk 30 dagen na de goedkeuring van de eindafrekening moet een aanvraag tot betaling van het subsidiesaldo samen met de volgende documenten worden ingediend:

  • de eindafrekening met een gedetailleerd overzicht van uitgaven en eventuele inkomsten, dit overzicht moet ook als bewerkbare excel-tabel aangeleverd worden en in deze tabel moet via een afzonderlijk hoofdstuk/overzicht een onderscheid gemaakt worden tussen werken die in aanmerking komen voor subsidiëring en werken die niet in aanmerking komen voor subsidiëring.
  • een besluit van het college van burgemeester en schepenen waaruit de goedkeuring van de eindafrekening blijkt
  • facturen en betalingsbewijzen in verband met de uitgevoerde werken
  • een proces-verbaal van (voorlopige) oplevering
  • indien vergunningsplichtig: het bewijs dat de nodige vergunningen verkregen werden.

Indien uit de ingestuurde afrekening blijkt dat de uiteindelijke kosten voor het project lager liggen dan de oorspronkelijke raming, wordt de subsidie verhoudingsgewijs aangepast zodat de definitieve provinciale subsidie nooit hoger kan liggen dan het maximale vastgelegde percentage zoals vermeld in artikel 13.  

Indien uit de ingestuurde afrekening blijkt dat de uiteindelijke kosten voor het project hoger liggen dan de oorspronkelijke raming, kan dit geen aanleiding geven tot een verhoging van de uiteindelijke subsidie.

De deputatie stelt het eindsaldo vast en besluit tot de betaling van het eindsaldo.

Artikel 16: algemene verplichtingen na de toekenning

Indien in het kader van dit reglement aan de aanvrager een subsidie wordt toegekend, verbindt deze zich ertoe:

  • de toegekende subsidie aan te wenden voor het doel waarvoor zij werd toegekend
  • melding te maken van de ondersteuning door de provincie Limburg op de wijze zoals bepaald door de deputatie bij toekenning
  • voor alle werken de vereiste vergunningen te verkrijgen, voor zover het bewijs dat deze vergunningen verkregen werden nog niet op het moment van de subsidieaanvraag werd ingediend
  • de werken conform alle wettelijke voorschriften uit te voeren
  • het project binnen de opgelegde termijn van 3 jaar na de subsidietoekenning te realiseren. Uitzonderlijk kan de deputatie beslissen tot een verlenging van de realisatietermijn, waarbij automatisch ook de termijn tot indiening van de betalingsaanvraag (art. 15) met eenzelfde duur wordt verlengd. Hiertoe moet de aanvrager een gemotiveerde aanvraag indienen bij het Routebureau van de Directie Ondernemen met opgave van de reden en de duur van de gewenste verlenging. De aanvrager wordt schriftelijk op de hoogte gebracht van de beslissing tot het al dan niet verlengen van deze termijn.
  • het Routebureau van de Directie Ondernemen te informeren over het verloop van de werken en uitnodigen op de (voorlopige) oplevering van de werken
  • de deputatie steeds onmiddellijk op de hoogte te brengen van eventuele projectwijzigingen.

Artikel 17: verplichtingen bekendmaking van de ondersteuning door de provincie Limburg

De aanvrager verbindt zich ertoe:

  • bij elke externe communicatie die hij in verband met deze werken maakt, zowel op de werf als in de media, melding te maken van de steun die hij daarvoor ontvangt van de provincie Limburg
  • alle externe communicatie over dit project, zowel op de werf als via verschillende kanalen (gemeentelijk infoblad, gemeentelijke website, sociale media, pers, …) voorafgaand aan de publicatie voor te leggen aan de provincie Limburg via toerisme@limburg.be
  • de provincie Limburg ruim vooraf en minstens 3 weken voor het einde van de werken en van de mogelijke openstelling voor de gebruikers op de hoogte te brengen. De aanvrager en de provincie beslissen in onderling overleg over de wijze waarop de opening wordt gecommuniceerd.

De aanvrager moet de nodige visuele documenten om bovenstaande verbintenissen te staven, voegen bij de aanvraag tot betaling van de tweede schijf, zoals vermeld in artikel 15 van dit subsidiereglement.

XII Controle en sancties 

Artikel 18: controle op de aanwending van de toegekende subsidie

De provincie heeft steeds het recht toezicht en controle uit te oefenen bij de begunstigde van de subsidie op de aanwending van de subsidie die hem in het kader van dit reglement werd toegekend. De begunstigde verbindt zich ertoe de nodige inlichtingen te verstrekken en de controle van de provincie Limburg te aanvaarden.

Artikel 19 : sancties

Indien de begunstigde één of meer verplichtingen voortvloeiend uit dit reglement niet nakomt, kan de provincie het reeds betaalde subsidiebedrag geheel of gedeeltelijk terugvorderen, of in voorkomend geval beslissen tot het niet betalen of het gedeeltelijk betalen van de toegekende subsidie. Verder kan voor een periode vastgesteld door de deputatie de begunstigde uitgesloten worden om in de toekomst in aanmerking te komen voor subsidies van de provincie Limburg.

XIII Slotbepalingen

Artikel 20: inwerkingtreding en geldigheidsduur

Dit reglement treedt in werking vanaf 15 juni 2023.

Artikel 21: opheffings- en overgangsbepalingen

Subsidieaanvragen die werden ingediend in het kader van het "Reglement betreffende het verlenen van investeringssubsidies voor het toeristisch fietsroutenetwerk" vastgesteld bij provincieraadsbesluit d.d. 19 maart 2014 (gewijzigd op 20 mei 2015), en die op 15 juni 2023 nog niet zijn afgehandeld, worden verder behandeld overeenkomstig de bepalingen van het reglement waarbinnen ze werden ingediend.

Artikel 22: interpretatiegeschillen en onvoorziene omstandigheden

Alle interpretatiegeschillen en onvoorziene omstandigheden betreffende de toepassing van dit reglement worden behandeld door de deputatie.

Hasselt d.d. 14 juni 2023

De provinciegriffier
Wim Schoepen

De voorzitter
Jessie De Weyer

Provincie Limburg is ook social