In tegenstelling tot de domeinbossen (eigendom van het Vlaams Gewest), waar in bepaalde gevallen de omgekeerde toegankelijkheid van toepassing is, geldt voor de overige openbare bossen en de privébossen de principiële toegankelijkheid. Dit betekent dat voetgangers toegelaten zijn op de wegen, maar deze niet mogen verlaten. Privébossen waar geen wegen door lopen, zijn dus niet toegankelijk.
Onder voetgangers wordt verstaan: wandelaars, joggers, langlaufers, fietsers jonger dan 9 jaar en rolstoelgebruikers. Je kunt er als privé-eigenaar voor kiezen om de wegen in jouw bos af te sluiten (zie vraag "Mag ik mijn bos afsluiten?").
In bossen en op boswegen is geen enkele vorm van gemotoriseerd verkeer toegelaten. Uitzondering hierop zijn: vervoer om technische redenen (zoals onderhoud en exploitatie), noodzakelijk verkeer voor het beheer, de bewaking en de veiligheid van de bezoekers en vervoer in door de beheerder vast te stellen bijzondere omstandigheden.
Boswegen worden gedefinieerd als alle wegen of gedeelten van wegen gelegen in het bos waar minstens twee voetgangers tegelijk kunnen passeren. Paden waarop slechts één voetganger tegelijkertijd kan passeren, worden niet als boswegen beschouwd, tenzij ze deel uitmaken van het toegankelijke wegennet opgenomen in de toegankelijkheidsregeling.